Marturia

Jaargang 7, Nummer 12, Juli 2015

Samenvatting

De afgelopen decennia is de ontwikkeling in gang gezet van verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Het is allemaal gewoonweg onbetaalbaar geworden. We kunnen hierover klagen, maar er liggen ook kansen. Pim Fortuyn wees er al op dat de verzorgingsstaat leidt tot directe ontkoppeling van gever en ontvanger. De ‘gever’ weet niet welke armlastige een deel ontvangt van het maandelijks afgeroomde salaris en heeft er daarom geen enkel gevoel bij. De ontvanger heeft niet het idee dat hem een gunst wordt verleend, want ‘hij heeft er toch recht op?!’. Maar wanneer iemand een brood geeft aan zijn behoeftige buurman, ontstaat er een band. De een leert zijn verantwoordelijkheid te nemen, de ander om dankbaar te zijn. Beide zijn niet gemakkelijk. Ook ligt er het gevaar op de loer van de passiviteit van de ontvanger. Want het is eigenlijk ook wel weer handig als anderen voor je zorgen. In het verleden heb ik meer dan eens gezien dat ‘armlastigen’ handig misbruik maakten van de naïviteit
van goedgelovige christenen. Hoe kun je als gever zorgen dat je beperkte middelen op de juiste plek terecht komen en dat je hulpvrager ook echt geholpen wordt? Op deze vragen zal Peter van Egmond in zijn mooie bijdragen ingaan aan de hand van de kerkvader Ambrosius.