Marturia

Jaargang 6, Nummer 10, December 2013

Samenvatting

Alhoewel het gebed tot het centrum van het geloofsleven behoort (of zou moeten behoren), is het praktiseren ervan lang niet altijd zo eenvoudig. Ook voor de discipelen was het niet vanzelfsprekend: “Heer, leer ons bidden” (Luc. 11:1). Gelukkig zijn er ook altijd positieve uitzonderingen. De grote Augustinus slaagde erin zelfs een heel boek te schrijven in de vorm van een gebed, namelijk zijn Confessiones, oftewel ‘Belijdenissen’. Het is daarom een voorrecht dat we in deze editie van Marturia ons oor (en hart) te luisteren mogen leggen bij deze kerkvader. Op welke wijze bad hij? Wat sprak hij daarin uit? Hoe stelde hij zich op naar God? En hoe kan dit ons vandaag nog inspireren? In een andere bijdrage wordt stilgestaan bij de vroegchristelijke fysieke gebedshouding. Onbewust gaan we er vaak van uit dat gelovigen van alle tijden hebben gebeden met de handen gevouwen en de ogen dicht; staand of knielend. Ook Jezus wordt niet zelden in deze gebedspose afgebeeld. Een interessante vraag is in hoeverre dit overeenkomt met wat we weten van de vroegchristelijke gebedspraktijk.