Marturia

Jaargang 5, Nummer 9, Juni 2013

Samenvatting

“Gelukkig hij, die uw kinderen zal grijpen en tegen de rots verpletteren”. Aldus Psalm 137:9. Deze uitspraak heeft de gemoederen al duizenden jaren bezig gehouden. Hoe is zo’n uitspraak te rijmen met het evangelie van liefde, genade, en vergeving? Leert het Nieuwe Testament ons niet om onze vijanden lief te hebben en te bidden voor hen die ons vervolgen (vgl. Matth. 5:44; Rom. 12:19-21)? Hedendaagse atheïsten zien hierin een bewijs dat religie in het algemeen en het christelijk geloof in het bijzonder helemaal niet zo vredelievend is als vaak beweerd wordt. Dergelijke aanvechtingen waren ook de kerkvaders niet vreemd. In deze editie van Marturia bespreekt prof. dr. A. van de Beek hoe deze vroegchristelijke denkers Psalm 137:9 uitlegden en in harmonie wisten te brengen met hun nieuwtestamentisch geloof. Kunnen wij de kerkvaders hierin naspreken? Of is hun benadering niet meer de onze?