Kerkvaders

Inleiding

De vroegchristelijke kerk heeft een groot aantal mensen gekend die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de verdediging en verdieping van het christelijke geloof. Dit bestond onder andere uit de verdediging van het geloof tegen ketterse stromingen binnen de kerk en/of het heidense geloof daarbuiten. De verdieping van het eigen geloof gebeurde door preken, Bijbelstudies, etc..

Kerkvaders / Wikimedia Commons

De term kerkvader heeft zijn oorsprong in het feit dat bisschoppen in de vroege kerk werden gezien als leraren van de gelovigen. Zij waren het die de gemeente moesten inwijden in het geloof. Daarom werden zij vaak aangeduid met vader. Sommige bisschoppen overstegen in hun taak de grenzen van hun eigen gemeente, zodat ze vader van de kerk genoemd konden worden 1 De term werd overigens later niet meer exclusief voor bisschoppen gebruikt.

Op dit moment bevat de geaccepteerde lijst van kerkvaders meer dan 300 personen. Als criteria voor een toekenning van de titel kerkvader aan een bepaalde persoon gelden:

  • de persoon moet in de orthodoxe geloofstraditie staan;
  • hij moet al vanaf het begin kerkelijke goedkeuring genieten;
  • er moet sprake zijn geweest van een heilige levenswandel;
  • de persoon moet tot de periode van de christelijke Oudheid behoren.

Dat deze kenmerken niet altijd even strak worden gehanteerd blijkt uit het feit dat Origenes en Tertullianus ook algemeen tot de kerkvaders worden gerekend. De eerste is echter in 553 als ketter veroordeeld, terwijl de laatste zich op latere leeftijd bij de als ketters beschouwde stroming van de Montanisten heeft aangesloten.

Kerkvaders

Een aantal van deze theologen en kerkvaders zijn:

  • Clemens van Rome
  • Ignatius van Antiochië († ca. 110)
  • Polycarpus van Smyrna (ca. 69-ca. 155)
  • Justinus Martyr (ca. 100-ca. 165)
  • Irenaeus van Lyon (ca. 130-ca. 202)
  • Clemens van Alexandrië (ca. 150-ca. 215)
  • Tertullianus (ca. 160-ca. 230)
  • Origenes (ca. 185-ca. 254)
  • Cyprianus (ca. 200-258)
  • Athanasius (ca. 296-373)
  • Hilarius van Potiers (ca. 300-368)
  • Cyrillus van Jeruzalem (ca. 315-386)
  • Basilius de Grote (ca. 329-379)
  • Gregorius van Nazianze (329-389)
  • Gregorius van Nyssa (ca. 330-ca. 395)
  • Ambrosius van Milaan (ca. 340-397)
  • Johannes Chrysostomus (ca. 347-407)
  • Hiëronymus (ca. 347-420)
  • Theodorus van Mopsuestia (ca. 350-428)
  • Aurelius Augustinus (354-430)
  • Cyrillus van Alexandrië (ca. 376-444)

Citaten van kerkvaders

Voor citaten van kerkvaders zie: Citaten van kerkvaders.

Noten

  1. Zie P. Trouillez, Van Petrus tot Constantijn, 2002, p. 16-19, en H.R. Drobner, The Fathers of the Church, A comprehensive introduction, 2007, p. 3-5.