Anti-christelijke spotprent uit vroeg-christelijke periode

Dat de spotprent niet alleen in moderne tijden een gehanteerd middel is om een kritisch licht te laten schijnen op religie, blijkt uit een anti-christelijke spotprent uit de vroeg-christelijke periode.
Het gaat om een op de Palatijnse Heuvel te Rome gevonden graffiti, aangetroffen in het zogenaamde 'Paedagogium'. Het zou hierbij gaan om een keizerlijke school voor pages1. E. Ferguson duidt de vindplaats eenvoudig aan als een 'guardroom'2.
De graffiti betreft een voorstelling van een gekruisigde persoon met ezelskop, waarnaast een andere figuur in een houding van aanbidding is gekrast. 'Alexamenos aanbidt zijn God' (Alexamenos sebete theon) staat erbij geschreven. Over de datering van deze graffiti lopen de meningen uiteen: de 1e, 2e of 3e eeuw n.Chr.3.
Het is bekend dat christenen in de tijd van de kerkvader Tertullianus (160-230) ervan werden beschuldigd de kop van een ezel te aanbidden (... caput asininum esse deum nostrum ..., zie Tertullianus' Apologeticum XVI en Ad Nationes I, XI). Deze laster was al eerder tegen de Joden geuit (zie bv. Tacitus' Annales 5,3:2 en 4:2) voordat dit ook op de christenen werd toegepast. Wanneer de graffiti uit de eerste of begin tweede eeuw dateert, is dit begrijpelijk. Het jonge christendom werd nog gezien als een Joodse sekte en de idee dat de Joden een ezel aanbaden, werd overgedragen op Jezus.
Links op het internet over dit onderwerp
- The Alexamenos Graffito door Rodney J. Decker.
- The Alexamenos Graffito.
Bron: Christian Iconography.
Bron: New Advent, Catholic Encyclopedia.
Moderne theologische duiding
Op het Palatijn in Rome is een ruwe tekening in de steen gekrast. Deze stelt een ezel voor, die aan het kruis is gehangen. 'Alexamenos aanbidt zijn God', staat erbij geschreven.
We weten niets van de tekenaar en niets van Alexamenos met wie deze kennelijk de spot drijft. We weten zelfs niet of het gaat om een karikatuur van Christus.
Deze krassen zonder enige kunstzinnige waarde zijn voor mij het symbool voor Gods aanwezigheid in de wereld. Het is nooit helemaal duidelijk of het wel over Hem gaat. En als het over Hem gaat, is Hij bespottelijk. Hij is een zwakke God die zich aan het kruis laat doden. Dat is geen God, maar een ezel. En wie Hem aanbidt, is Hem gelijk. Die dwaasheid is de verkondiging van de christelijke gemeente.4