De reserves van de Joden ten opzichte van de eerste christenen
Door: Henk Boerman
De belangrijkste bron voor het bestuderen van de eerste christelijke gemeente is het Nieuwe Testament. Het boek Handelingen beschrijft de geschiedenis van de eerste 30 jaar van de kerk. Van de brieven mogen we uitgaan dat ze vrijwel allemaal zijn geschreven tijdens deze beschreven periode1. Het christendom komt uit het jodendom voort. Jezus en zijn volgelingen waren Joden.
Het begin van de Kerk begint in Jeruzalem bij Pinksteren. We lezen in Handelingen dat velen behouden worden. Het gaat om duizenden mensen. Later in Handelingen komen we diverse voorvallen tegen waarin Joden en christenen tegenover elkaar staan. We zien dat de apostelen in Jeruzalem problemen ervaren met verschillende groepen Joden. Ook Paulus komt Joden tegen in verschillende steden in Klein-Azië2. Hij had regelmatig conflicten met deze Joden over de boodschap die hij hen kwam verkondigen. Welke bezwaren hadden deze Joden tegen de boodschap van de eerste christenen? Was het evangelie voor hun geen fantastische boodschap? Zijn er redenen vanuit het Judaïsme te vinden om te verklaren waarom veel Joden achterwege bleven? Op welke punten liepen ze vast? In dit artikel bekijken we de achtergronden van het Judaïsme ten tijde van de vroeg kerk. We bekijken een aantal zaken die moeilijkheden opleverde bij de eerste christenen om het evangelie te verkondigen onder de Joden.
Gewone ('simpele') mensen
Jezus als Messias was te gek voor woorden
- Het was moeilijk te bevatten voor een Jood dat een eenvoudige timmerman de absolute climax zou worden van de Joodse geschiedenis. Eerder hadden ze verwacht dat het iemand zou zijn met de achtergrond en uitstraling van Abraham of David. Jezus was niet de persoon die in het rijtje van de 'groten' thuishoort. Een dienende persoon die uiteindelijk aan het kruis stierf was een slappeling in plaats van een groot man.
- De gedachten over de komst van de Messias waren niet in overeenstemming te brengen met de levensloop van Jezus en de ideeën daarover van Zijn volgelingen. De Joodse hoop was gericht op een persoon die het land zou bevrijden van de heidenen (de Romeinse overmacht). De Messias zou het land vrijmaken en herstellen. Het koninkrijk van David zou dan in nog grotere glorie herrijzen.
- Een groot probleem voor de Joden was de dood aan het kruis van Jezus. Los van het feit dat de Messias nooit zo slap zou handelen was de manier van Jezus' dood op zichzelf een probleem. In het Oude Testament lezen we dat wie aan het kruis hangt vervloekt is4. Jezus was niet alleen een mislukking geworden maar ook een vervloekte. Hoe kan de 'gezegende' uiteindelijk een vervloekte worden?
Visie op de Kerk
Slot
Literatuur
- Bovon, François, Handelingen (Internationaal Commentaar op de Bijbel)
- France, Dick, De joodse religie in de tijd van het Nieuwe Testament (Handboek bij de Bijbel), Kok-Kampen 2002
- Franses O.F.M, Dr. D, De Apostolische Vaders, Hilversum 1941
- Green, Michael, 30 years that changed the world
- Green, Michael, 'Goed nieuws!' - van de eerste christenen (Handboek bij de Bijbel), Kok-Kampen 2002
- Jong, de, O.J., Geschiedenis der Kerk
- Kenneth Scott Latourette, A history of christianity, Harper 1953
- McGrath, Alister, 2000 jaar Christendom, Kok-Kampen 2002
- Scott Jr, J. Julius, Jewisch backgrounds on the New Testament
Voetnoten
1
Uiteraard wordt deze stelling van alle kanten bestreden. Ik ga zelf uit van een vroege datering. Overigens is het zo dat de aanwijzingen die ik gebruik in dit artikel even betrouwbaar zijn als je van een late datering uitgaat.
2
Deze Joden verbleven in de Griekse steden als gevolg van de Diaspora. Omdat deze Joden speciale privileges genoten (vrijgesteld van offeren aan de goden en keizer, vrijstelling spijzigingwetten, vrijheid van stichten van Synagogen) konden ze buiten Israël hun identiteit behouden.
3
Scott Jr, J.Julius, Jewish backgrounds on the New Testament, Hoofdstuk 11: Scribes and Tradition. Scott beschrijft het ontstaan van de schriftgeleerden in de intertestamentaire periode.
4
Deuteronomium 21:23, "dan zal zijn lijk gedurende de nacht niet aan de paal blijven, maar gij zult hem dezelfde dag nog begraven, want een gehangene is door God vervloekt en gij zult het land dat de Here, uw God, u als erfdeel geven zal niet verontreinigen".
5
De brief van Barnabas, 4:6-8, Barnabas geeft hier een waarschuwing tegen de Joden, die volhielden dat het Oude Verbond in zijn geheel van kracht bleef ook voor de christenen. Daarbij geeft hij zijn visie op de 'Schriften'.
Laatste nieuws
Uitgelicht
Actualiteit archief