Retraite GZB: Leren van gebedspraktijk van Augustinus en Ambrosius1

Tijdens een retraite in Zeist, georganiseerd door de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) voor predikanten en kerkelijk werkers, belichtte emeritus predikant dr. A.J. Plaisier het belang van gebedspraktijken uit de tijd vóór de Reformatie.

Dr. Plaisier wees op het Onze Vader, een “leerlinggebed”, dat volgens de Didache, een van de oudste vroegchristelijke geschriften, destijds drie keer per dag werd gebeden. Ook wees de spreker op de rol van de Psalmen in de oude kerk: “De Psalmen werden gelezen, maar ook gebeden. Daaruit is het getijdengebed ontstaan”, aldus Plaisier. Hij benadrukte ook de cruciale rol van ochtend- en avondgebeden in de oude kerk, die de overgang tussen dag en nacht markeerden en “helpen om christelijk de nacht in te gaan en christelijk weer op te staan”. Hij legde uit dat over het gebed in de eredienst van de oude kerk minder bekend is, maar dat het eucharistiegebed een centrale plaats innam, een gebed dat wees op dankbaarheid voor de gave van Christus. Dr. Plaisier wees ook nog op voorbeelden van vrij gebed, zoals dat van Augustinus, waarin theologiseren en bidden samenkomen. Augustinus’ Confessiones is “één groot gebed.” Van Augustinus leert Plaisier onder meer “dat het persoonlijke gebed steeds weer gevoed wordt vanuit de Schriften”.

Tijdens de retraite deelde Plaisier in aparte groepjes gebeden uit vroeger eeuwen, waaronder een morgengebed van Ambrosius, dat eindigde met de woorden: “Ons eerste lied zij U gewijd, en onze trouw en dankbaarheid.”

Bron

1
Bron: RD, 06-09-2023, Michiel Bakker.