Prof. Van den Belt: Geestelijke strijd in de kerk is er in alle eeuwen1

Er is een geestelijke strijd gaande in de gehele kerkgeschiedenis. Daarom kunnen we leren van de Vroege Kerk en de vroege Reformatie, stelde prof. dr. H. van den Belt zaterdag in Apeldoorn tijdens een jubileumavond van Stichting Bijbeluitleg Vroege Kerk.

Voorzitter Mart Kleppe memoreerde dat de stichting – die tien jaar bestaat – geen hobbyclub rond de Vroege Kerk is, maar een missie heeft “om christenen aan te moedigen de wedloop van het geloof te blijven lopen.” De avond in de Victorkerk werd geopend door ds. A. A. F. van de Weg.

Oprichter dr. Marten van Willigen lichtte zijn nieuwe boek “Getuigen uit de Vroege Kerk” toe. De traditie van de apostelen werd in de tweede eeuw doorgegeven door de leerlingen van Johannes, Ignatius van Antiochië en Polycarpus van Smyrna. “De eerste getuigen van de Vroege Kerk staan in nauw verband met de getuigen van het Nieuwe Testament en hebben de apostolische traditie uitgedragen en voortgedragen.”

Entertainmentprogramma

Ignatius moest in Rome de doodstraf ondergaan voor zijn geloofsovertuiging en werd in het Colosseum voor de leeuwen geworpen. Van Willigen: “Stel het u eens voor: je bent op weg naar je eigen dood en je wordt ingeprogrammeerd in het entertainmentprogramma van het Colosseum. Ongelofelijk confronterend, maar wat zien we in zijn brieven? Een uiterst betrokken gelovige bij wie het in zijn brieven eigenlijk maar om één ding gaat, namelijk om het leven met Christus.”

Prof. dr. H. van den Belt, hoogleraar theologie in Groningen, belichtte de getuigen uit de tijd van de Reformatie. Hij typeerde de Reformatie als een geestelijke strijd om de inhoud van het Evangelie. De Antwerpse monniken Voes en Van Esschen stierven in 1523 als de eerste martelaren. “Luther was er ontdaan van, componeerde zijn eerste lied en schreef een open brief aan de christenen in Nederland. Luther plaatste de vervolging en het lijden in het bredere verband van de geestelijke strijd tussen duisternis en licht.”

Dopersen

De meeste slachtoffers van de vervolging in de tijd van de Reformatie waren echter geen lutheranen of gereformeerden, maar doperse christenen, zo betoogde Van den Belt. Hij citeerde een aantal getuigenissen van deze radicale tak van de Reformatie. “Wij kijken anders naar de doperse martelaren dan de reformatoren. Ook de doperse christenen getuigden van hun liefde tot Christus, al dwaalden ze op wezenlijke punten. Zij hadden echter geen enkele bescherming van de overheid, die beducht was voor revolutie en chaos.”

Bron

1