Kerkvorst Sidonius stelde houvast in de kerk centraal1
De Gallo-Romeinse bisschop Sidonius Apollinaris was een leidende figuur in een bijzondere periode. Terwijl het Romeinse Rijk instortte, slaagde hij erin een belangrijke rol in maatschappij en kerk te blijven spelen. Tot en met zaterdag staat de kerkvorst centraal tijdens een wetenschappelijk congres in Amsterdam.
De tijd waarin Sidonius Apollinaris leefde, de 5e eeuw, was een veelbewogen periode. Gebeurtenissen waarvan ook vandaag de dag nog de gevolgen zichtbaar zijn in de samenleving, vonden tijdens zijn leven plaats. Toen hij 20 was, kwamen kerkleiders samen op het concilie van Chalcedon. Daar werd gesproken over de naturen van Christus. Op 45-jarige leeftijd maakte Sidonius mee hoe Romeins Frankrijk werd ingenomen door de Visigoten en Germanen.
Lange tijd werd die periode door historici als niet zo interessant beschouwd, zegt classicus dr. J. A. van Waarden. Hij is de initiatiefnemer voor de bijeenkomst, waarop zo’n twintig wetenschappers uit binnen- en buitenland in gesprek gaan over Sidonius Apollinaris.
Van Waarden, voormalig docent klassieke talen en conrector van een middelbare school, raakte na zijn pensionering in 2007 geïnteresseerd in de Vroege Kerk. Hij promoveerde twee jaar geleden op enkele geschriften van Sidonius, zoals hij de bisschop kortheidshalve aanduidt. “Een echte theoloog was hij niet, maar wel een praktische bisschop. Hij stond pal voor zijn gemeente, die van Clermont-Ferrand in Frankrijk.”
Dat de waarde van Sidonius uitstijgt boven die van een gemiddelde kerkvorst uit die periode, komt zowel door zijn positie als door de geschriften die hij naliet. Van Waarden: “Hij was afkomstig uit de adel en een grootgrondbezitter. Zijn huwelijk met een dochter van keizer Avitus bracht hem in Clermont-Ferrand. Daar bezat de keizerlijke familie veel land.”
Vandaag de dag resteren er nog meer dan honderd geschriften van de kerkvorst. Het gaat om gebundelde brieven, losse geschriften en poëzie. “Sidonius heeft zijn hele leven gecorrespondeerd”, vertelt Van Waarden. “Zijn schrijfstijl is hoog literair. Daardoor zijn zijn werken niet erg toegankelijk. Enerzijds klaagt hij erover dat de nieuwe heersers in het huidige Frankrijk, de Visigoten, het niet toestaan dat nieuwe bisschoppen de plaats innemen van hun overleden voorgangers. Anderzijds schrijft hij ook over zijn landgoed, een picknick, spelletjes die op een dankdag rond de kerk werden gedaan en allerlei alledaagse dingen.”
De achterliggende eeuwen werden de geschriften van Sidonius vooral gebruikt als informatiebron over de Franse geschiedenis. Maar er is meer uit te halen, meent de classicus. “Als theoloog en liturg is hij weinig bestudeerd. Op het congres dat ik organiseer, willen we bereiken dat daar meer aandacht voor komt. Het zou mooi zijn als er over een aantal jaren een boek is dat Sidonius’ werk op dat punt wetenschappelijk analyseert.”
Volgens Van Waarden is Sidonius van een heel andere betekenis dan kerkvaders zoals Augustinus. “Hij bemoeide zich niet zo met kwesties zoals de godheid van Christus, waarover in Chalcedon gesproken werd. Hij had een paar vrienden, theologen, die schreven over de vrije wil. Sidonius schrijft vooral over de mooie stijl die zijn vrienden hanteerden in hun geschriften over dit onderwerp, maar brandt er zijn vingers niet aan.”
De aandacht voor heiligen die in die tijd ontstond, buitte Sidonius maximaal uit. Hij zag het als een mogelijkheid om in een tijd waarin de wereld op zijn kop stond, het kerkelijke gezag te bewaren. Van Waarden: “Het centrale gezag in Rome viel weg. In plaats daarvan kwam lokaal bestuur. Daarin is Sidonius zeer bekwaam geweest.”
Dat als keerzijde van zijn bestuurlijke kwaliteiten heiligenverering, relieken en processies de kerk binnendrongen, moet volgens Van Waarden gezien worden in het licht van de tijd. “Sidonius vond een vaste liturgie ook belangrijk. Hij meende dat dat iets concreets was, waar de mensen zich aan vast konden houden. Net als de processies en biddagen die hij organiseerde. De bevolking kreeg daarmee een stukje houvast, dat elders in de samenleving op dat moment ontbrak.”
Interessant is volgens hem ook nog hoe de bisschop optrad toen de Visigoten in 474 Clermont-Ferrand binnenvielen. Hoewel Sidonius een tijdje in ballingschap belandde, kreeg hij het vertrouwen van de nieuwe heersers. In 475 zat hij zodoende weer in de bisschopszetel, al was dat voor korte tijd. “Er was een behoorlijke cultuurkloof tussen de Gallo-Romeinen, de Visigoten en hun opvolgers, de Germanen. Menig Galliër zocht het in aanpassing. Sidonius wierp zich echter op voor het behoud van de cultuur, de waarden en de normen. Wat dat betreft, zat hij in de voorhoede van een groep die daarvoor aandacht vroeg.”