Jezus in Arabië: het volgen van de verspreiding van het christendom in de woestijn1
Tot op heden vormen diverse literaire bronnen de enige aanknopingspunten voor het vroege doordringen van het christendom in Arabië, het zogenaamde Arabisch schiereiland, waartoe in de Oudheid ook delen van Jordanië en Syrië werden gerekend. In een artikel in Biblical Archaeology Review beschrijft Ahmad Al-Jallad, Hoogleraar Arabische studies aan de Ohio State University, een archeologische vondst die mogelijk teruggaat tot de periode waarin het Arabische christendom opkwam.
Tot op heden vormen diverse literaire bronnen de enige aanknopingspunten voor het vroege doordringen van het christendom in Arabië, het zogenaamde Arabisch schiereiland, waartoe in de Oudheid ook delen van Jordanië en Syrië werden gerekend. In een artikel in Biblical Archaeology Review beschrijft Ahmad Al-Jallad, Hoogleraar Arabische studies aan de Ohio State University, een archeologische vondst die mogelijk teruggaat tot de periode waarin het Arabische christendom opkwam.
In de vierde eeuw beschreef kerkvader Hiëronymus een ontmoeting tussen de monnik Hilarion en “Saracenen” uit de handelsplaats Elusa, gelokaliseerd in de Negev. Na het verrichten van wonderen lieten deze mensen zich door Hilarion dopen en stuurde hij ze op missie. In de zesde eeuw lijkt het erop dat het christendom ver doorgedrongen is op het Arabisch schiereiland. De Koran, een primaire bron voor het religieuze beeld van dit gebied in de zevende eeuw, is vaak in ‘gesprek’ met een Arabische christelijke ‘gemeenschap’. Jezus is een van de meest genoemde Bijbelse figuren in de Koran.
Er is in Arabië een aantal christelijke, pre-Islamitische epigrafische vondsten gedaan. Maar bewijs uit de periode van het begin van de verspreiding van het christendom waarover o.a. Hiëronymus schrijft, ontbrak. Een interessante vondst in het Noordoost Jordanië brengt hier mogelijk verandering in. Het gaat hier om het gebied dat ten oosten van de Golan ligt en zich uitstrekt tot in het noorden van Saoedi-Arabië. Het is een gebied met extreem hete zomers en koude winters. Er leefden nomadische herdersstammen. De nomaden konden schrijven en lieten duizenden rotsinscripties in hun inheemse Semitische schrift achter, door wetenschappers het Safaïtische schrift genoemd. Het werd gebruikt in het gebied van Jordanië tot aan Jemen. De vondsten gaan over allerlei verschillende zaken: begrafenissen, herdenkingen, gebeden, vervloekingen, e.d.. De inscripties zijn lastig te dateren, maar op basis van bepaalde teksten lijken ze te komen uit de periode lopend van de tweede eeuw vóór tot de derde eeuw na Christus.
In 2019 leidde de auteur van het artikel een expeditie in Wadi al-Khudari. In een gebied dat vermoedelijk een drooggevallen meer was, vonden ze een steenhoop. De stenen bevatten allerlei inscripties over het te drinken geven van dieren en de droogte van de omgeving. Eén steen bevatte een bijzondere Safaïtische inscriptie van iemand die zichzelf Wahb-El noemt en treurt om zijn oom die tot de stam van Ashlal behoort. Hij sluit af met: “O Īsay (‘sy) help hem tegen hen die u ontkennen.” De naam ‘sy wordt vooraf gegaan door een aanduiding dat gebruikelijk was bij een aanroep van een godheid. Daarnaast lijkt ‘sy op de naam van Jezus zoals Hij in de Koran terugkomt, Īsā. Ook het gebed om hulp ‘tegen hen die u ontkennen’ is veel begrijpelijker in een christelijke context dan een heidense, namelijk als zonde voor de ontkenning van Christus. Zouden we hier daarom te maken kunnen hebben met een vroege verwijzing naar Jezus in Arabië? De datering is echter moeilijk vast te stellen, maar op basis van de datering van de overige Safaïtische vondsten zou het kunnen samenvallen met het einde van de derde eeuw, de periode van het verhaal van Hilarion. De exacte omstandigheden en betekenis van de archeologische vondst blijven onduidelijk. Het blijft op dit moment een interessante mogelijkheid dat we hier met de eerste vermelding van Jezus te maken hebben, totdat er mogelijk in de toekomst meer Safaïtische inscripties van christelijke origine gevonden zullen worden.